Elke wetenschap zoekt naar een model voor haar discipline. Maar voor menswetenschappen, zoals psychologie ligt dat moeilijk.
Hiervoor een model te construeren is voor de psycholoog een onmogelijke opgave, daar hij in dit geval tegelijkertijd subject en object is.
Daarom schijnt de weg naar dit doel in de strijd tussen de verschillende opvattingen als in een spraakverwarring te verzanden.
Dat er iets wezenlijks ontbreekt ervaart men ook zonder zich bepaald kritisch op te stellen, want juist een duidelijke rustige en welwillende analyse van het mensbeeld van Freud, Jung en Szondi, drie Groten uit de dieptepsychologie, leidt tot de overtuiging dat het haast onvermijdelijk is een nieuwe dimensie in de psychologie ernsting in overweging te nemen.
Deze nieuwe dimensie is van een verrassende duidelijkheid en biedt psychologie en levenszin nieuwe mogelijkheden.
Het gaat eenvoudig om de wortels van het `woord´. Dit woord blijkt nl. niet slechts de functie te kunnen vervullen van brug tussen de mensen onderling, ook in de individuele mens kan het via zijn wortels een brug slaan tussen alles wat deze als tegenstelling ervaart. Zo kan het de verbinding tonen die er bestaat tussen bewust en onbewust, mannelijk en vrouwelijk, wezen en verschijning, dood en leven, introvert en extrovert, yin en yang, hemel en aarde, en dit volgens een objectief model. Een groot manco wordt erdoor opgevuld. Men kan dan weer zeggen: `In den beginne was het woord´.